1.
Een boer heeft 34 dieren. Paarden en varkens. Hij heeft 14 Paarden. Hoeveel varken heeft hij?

             varkens
2.
Jasper heeft een plank van 1 meter. Hij zaagt er 42 centimer af. Hoeveel centimeter is de plank dan?

             
centimeter

3.

Het is half 9. Moeder zegt tegen Felix dat hij om 9 uur naar bed moet. Over hoeveel minuten is dat?            


minuten

4.

Bij een partijtje voetbal tussen groep 4 en 5 staat het 18 - 13. Hoeveel doelpunten zijn er gemaakt?                 


doelpunten

5.

Het lukte Naomi om 44 keer te springen met springtouwen. Haar vriendinnetje Daphne sprong 2 keer zo vaak! Hoe vaak sprong Daphne              


keer

6.

Tom en Bart gaan samen darten. Tom haalt 27 punten. Bart haalt 44 punten. Hoeveel punten hebben ze samen?               


punten

7.

Lieke heeft 55 spaarzegels. Sophia heeft 30 spaarzegels. Hoeveel spaarzegels heeft Sophia er minder dan Lieke?                 


spaarzegels

 

 

 

 

1 20

2 58

3 30

4 31

5 88

6 71

7 25